de literaire drogist

Zaterdag 10 Januari 2004 in categorie Klein Proza

Nederland is doortrokken van drogisterijen en ze heten bijna allemaal hetzelfde. In het bijzonder heb ik de winkelketen op het oog met de ietwat sjofele zaken, daar waar u altijd doorheen schuifelt op zoek naar goedkope klassieke cd's.
Het ochtendblad brengt mij het bericht dat deze hedendaagse Jozef Geelman nu ook een eigen boekenlijn gaat uitbrengen. Want zonder lijn tel je niet mee. Popartiesten en topsporters hebben hun kleding- of cosmeticalijn, drogisten hun boekenlijn. Logisch toch?
Eigen 'lijnen' zijn doorgaans duur. Zo niet bij de schuifeldrogist. Deze levert zijn lijn juist tegen een luttel bedrag en omzeilt in sommige gevallen ook listig de vaste boekenprijs. Gewoon een ander kaftje eromheen, in eigen beheer uitgeven et voilà, de serieuze boekhandel heeft het nakijken.

Een bekende kleine uitgever verschijnt wederom als Don Quichot op de buis en verdedigt daar vurig de eer van zijn Vrouwe Dulcinea, oftewel de Vaste Boekenprijs. Maar ik voorspel u: er is de Vrouwe geen lang leven meer beschoren. In uitgeversland lamenteert men steevast dat zonder vaste boekenprijs het uitbrengen van risicovolle titels onder druk komt te staan. Dit is waar, maar anderzijds ook wat hypocriet. Bij de uitgave van een boek lijken namelijk de literaire drijfveren in toenemende mate het veld te moeten ruimen voor de commerciële.
Wanneer een debutant niet behoort tot een marketingtechnisch aantrekkelijke categorie kan hij of zij het gevoeglijk schudden. Het is dus een voordeel wanneer je een door andere oorzaken bekende Nederlander bent. Of een hypergeïntegreerde allochtoon. Die lui scoren opvallend goed de laatste tijd. Reeds langer succesvol is uiteraard de jonge, aantrekkelijke en liefst rondborstige vrouw.

Ach ja, het boek, hoe lang zal het nog bestaan? Wij werden opgevoed met respect voor het boek: voor het lezen eerst je handjes wassen. Op de middelbare school ging het al bergafwaarts met de heilige status van het boek. Vertwijfeld hief mijn docent Engels de handen ten hemel terwijl hij verhaalde over de cultuurbarbarij van Amerikanen, die de gelezen bladzijden van een pocketboek doodleuk afscheurden! Hier in Nederland kwam dit gebruik gelukkig niet in zwang. Het is bij nader inzien ook nooit nodig geweest, want een béétje paperback valt traditiegetrouw reeds bij eerste lezing vanzelf uit elkaar.

Wij gaan voor ons leesgenot richting internet, beste letterconsument, al lijkt dit idee u op dit moment misschien nog een gruwel. Lezen van een computerbeeld is heden ten dage nog niet bijster comfortabel. Maar daar zit verbetering in, kan ik u melden. Binnen luttele jaren ligt u met een flexibel beeldschermpje ter dikte van een placemat lekker in uw bedje de vroeger zo onhandelbare pillen van Umberto Eco of A.F.Th. van der Heijden te verslinden.
Maar het belangrijkste voordeel is dat u toegang krijgt tot alle onbekend gebleven letterkunde die op internet voor het grijpen ligt. U weet wel, het werk van de auteurs die voor de boekenuitgevers niet bekend, jong, allochtoon of rondborstig genoeg waren. Het boek bracht blijkbaar met zich mee dat wij slechts het topje van de ijsberg lazen.

verschenen in nieuwsbrief nr 139 van het literair tijdschrift OpSpraak

№ 16