de brief voor de koning

Maandag 14 Februari 2005 in categorie Brutale brieven

Uit Israël wordt gemeld dat premier Sharon en zijn ministers dreigbrieven krijgen van Joodse kolonisten. Maar Sharon zoekt 't maar lekker uit, wij gaan het hebben over de dreigbrieven zelf. Dat is veel interessanter.
Want dreigbrieven zijn een eigenaardig fenomeen. Al die moeite voor een beetje ongenoegen. Kost weer onnodig postzegels.
Trouwens, hoe zouden ze dat vroeger hebben aangepakt, toen er nog geen TPG bestond en alles per koerier, boodschapper of bode moest? Kijk aan! Een brief voor de koning! Een dreigbrief nog wel. Helaas heeft de bode die in galop op z'n paard onderweg is naar het paleis daar geen weet van. Nog zwetend van de lange rit staat hij even later voor de troon van de majesteit.
Koningen waren in die tijd nog analfabeet, dus deze roept nieuwsgierig: "Lees maar voor!"
De koerier opent de brief en begint hem te declameren.

"Met die nieuwe belastingmaatregelen van jou heb je je eigen graf gegraven, jij smerig onderkruipsel, jij liederlijke verrader!"

O jee! Een dreigbrief! De boodschapper trekt wit weg. In één oogopslag ziet hij dat de anonieme auteur er echt even voor is gaan zitten en allengs beter op dreef raakt. Het ergste moet nog komen.
Had hij deze klus maar nooit aangenomen! Waarom moest hij toch zo nodig koerier worden?

"Doorgaan!" gebiedt de koning.
Het laatste redmiddel dat de onfortuinlijke koerier nu ter beschikking staat is de boel een beetje mooi op toon lezen.

"Wij zullen je verstikken in je eigen stront, jij vuile rat, je ballen drogen in de woestijn tot ze stinken als verrotte vijgen, je hoerige vrouw en kinderen verpatsen op de slavendumpdag te Beverwijk!"

De koning heeft genoeg gehoord en briest: "Wie is de hond die mij deze brief heeft gestuurd? Wie is de afzender?"
De koerier houdt zich van de domme en draait de envelop om: "Staat er niet op, majesteit..."

Het viel te proberen, maar hier trapt de koning natuurlijk niet in. "Je weet toch wel wie jou op pad heeft gestuurd met dit vuige epistel?"
De arme boodschapper tracht nog onnozel z'n schouders op te halen, maar hij is daarmee nog niet halverwege of hij ligt al in de martelkamer. Klant- en servicegericht als hij is besluit hij echter niets los te laten. Hij sputtert dus nog wat in de trant van zwijgplicht, beroepsethiek en 'algemene voorwaarden', maar tegen de tijd dat zijn ledematen en testikels nogal slordig zijn gedemonteerd blaast hij de laatste adem uit.

En zo hebben wij weer historisch verklaard waarom zo dikwijls de boodschapper het moest ontgelden en tragisch het leven liet. Schrijf dus nooit een dreigbrief, bedenk vooraf hoeveel gezinnen je daarmee in het ongeluk kunt storten, welke schade je aanricht onder de beroepsgroep.