grijze golfslag 2: het taboe

Maandag 19 April 2004 in categorie Grijze Golfslag

Cornelis is 93 en Johanna 79. Het zijn mijn ouwelui. Daar heb ik heel wat mee te stellen. De ouwelui van tegenwoordig worden namelijk steeds ouwer en luier. Vooral Cornelis. Van mij mogen ze, maar je bent er mooi klaar mee af en toe. Volg hun wederwaardigheden in de real life soap 'Grijze Golfslag'!
Vorige afleveringen: [1: de beslagname]

≈ Deel 2: het taboe ≈

Als er één woord taboe was binnen het huishouden van Cornelis en Johanna was het wel het woord 'verhuizen'. Johanna wilde graag verhuizen sinds de kinderen de deur uit waren, maar Cornelis zag dit om een of andere reden totaal niet zitten. Wèlke reden dat was bleef altijd verborgen binnen de beslotenheid van zijn karakter.
Al vijfenveertig jaar wonen Cornelis en Johanna op dezelfde flat met vijf kamers. Al meer dan twintig jaar gebruiken zij er daarvan maar drie. Johanna wilde dolgraag kleiner wonen, want vanwege haar artrose viel het huishoudelijk werk haar steeds zwaarder. Het trappenlopen was een gevaarlijke en pijnlijke onderneming.
Ook werden de oudjes de laatste decennia steeds meer een vreemdeling in eigen buurt en portiek. Er was bijna niemand meer die de historie van de buurt met hen deelde, de buurt waarin zij woonden sinds hij was gebouwd.

Johanna heeft door de jaren heen vele pogingen ondernomen om een ander huis te krijgen. Ze schreef hen in voor andere woningen en kreeg menige aanbieding. Het kwam af en toe zelfs zo ver dat ze er eentje gingen bezichtigen. Maar Cornelis haakte telkens op het laatste moment af.
Johanna gaf uiteindelijk de moed op en probeerde zich te verzoenen met het feit dat zij waarschijnlijk alleen tussen zes planken dit ellendige huis achter zich zou kunnen laten. Het verzet van haar echtgenoot was te heftig. Hij hanteerde allerlei tactieken, van botte weigering tot regelrechte sabotage, zoals het verduisteren van brieven die ook maar enigszins met andere woningen te maken konden hebben. Later werd ook geprobeerd het middel van de emotionele chantage in de strijd te werpen. Toen hij eenmaal de negentig was gepasseerd beriep hij zich namelijk met graagte op de volkswijsheid dat je oude bomen niet moest verplanten.

Was het angst of egoïsme? De oorzaak van zijn hardnekkig verzet was niet duidelijk te krijgen. Elk gesprek over het onderwerp werd direct afgekapt met standaardzinnen dat hij 'hier goed zat' en 'dat het zijn tijd wel zou duren'. Het waren uitspraken die Johanna tot diepe wanhoop, frustratie en dikwijls zelfs tot razernij brachten. Wanneer zij aanvoerde dat er toch ook wel eens met háár rekening gehouden kon worden, wilde Cornelis 'erover ophouden'. Wanneer dat niet direct gebeurde vertrok hij naar de wc en bleef daar mokkend zitten tot de bui over was.

Toen mijn buurvrouw plotseling van het tijdelijke naar het eeuwige verhuisde zag ik een laatste kans om Cornelis over te halen. Mooier kon hij het niet krijgen: bij mij in het flatgebouw en op dezelfde verdieping. Ik stelde het hem voor. Zijn eerste reactie was voorspelbaar.
"Waarom? Ik zit hier toch goed?"
"Jij wordt een last, weet je dat?" ging ik er meedogenloos tegenin. Ik had mij voorgenomen de zaak ten behoeve van Johanna dit keer keihard te spelen...

Interessant in dit verband:
"Wat doen wij met onze ouders?", de op 18 april 2004 door de VPRO uitgezonden thema-avond over de zorg voor ouders.