de boswandeling

Vrijdag 14 Maart 2003 in categorie Gozertje

Ik zat met mijn moeder en mijn oma en opa bij het bosrestaurant. Daar is ook een speeltuin. Maar na een kwartier had ik het wel gezien met die kutspeeltuin. Allemaal van dat kleine grut met hun moeders eromheen. Dan mag de Engelse wip niet te hoog en de draaimolen niet te hard. En dat ene kleine lulletje vóór je durft dan precies ineens niet van de glijbaan af. Dan wil die janker weer terug dat laddertje af. Schiet niet op dus.
"Gaan jullie dan maar een stukje wandelen," zei mijn moeder tegen mijn opa en mij, "lekker mannen onder elkaar..."

Dus wij braaf een stukkie wandelen. Mijn opa moet van mijn oma de rollator gebruiken, want hij is al een paar keer gevallen. Eén keer heeft mijn vader hem toen nog in z'n eigen tuin uit de heg moeten trekken. Daar lag hij toen helemaal in en hij kon er zelf niet meer uitkomen.
Maar eigenlijk heeft mijn opa helemaal geen zin in die rollator, want hij vindt dat hij dan voor lul loopt. Dat is ook zo, maar dat zeg ik maar niet. Hij heeft al genoeg met mijn oma te stellen af en toe.

Mijn opa is al heel oud. Hij praat tegenwoordig vooral nog over vroeger. Dat vind ik wel mooi, want zo hoor je nog eens wat. We kwamen ineens bij een stuk waar een heleboel paardendrollen op het pad lagen. Van die grote, ronde bruine ballen. Nog lekker vers en wel. Sommige rookten zelfs nog.
"Paardenvijgen," zei mijn opa. "Toen ik zo oud was als jij lagen die overál op straat. Want toen deden ze nog alles met paarden in plaats van auto's... En als we dan buiten speelden gooiden we die naar elkaars kop."
Ja hoor! Dát geloof ik! Een beetje met je klauwen in de paardenstront zitten graaien zeker! Dacht het niet dus! Ik zei dus ook dat ie niet moest denken dat ik achterlijk was en dat ie mij alles kon wijsmaken.

Ik was al een stukje doorgelopen, want het ging mij veel te langzaam. Daar lag nog meer van die paardenstront. Ik draaide mij om om dat te vertellen, maar toen zag ik dat die ouwe bij de vorige paardendrollen al moeilijk stond te bukken en dus wèl mooi zo'n vette bal oppakte! En voor ik het wist kreeg ik die nog naar mijn kop gegooid ook! Gelukkig kan hij niet meer ver gooien, dus die drol kwam met een pisboogje vijf meter voor z'n rollator terecht.
Toen heb ik er zelf ook maar eentje opgepakt en naar hém toegegooid. Expres mis natuurlijk, anders krijg ik last met mijn moeder.

"Ga maar wèl effe je handen wassen in de sloot, anders krijg ik straks van je oma om m'n donder..."
"En jij dan? vroeg ik.
"Ik veeg het wel aan m'n broek af. Ik kan niet bukken bij die sloot."
Ik heb het maar zo opgelost dat ik voorzichtig een paar handjes slootwater naar hem toe gedragen heb. Want mijn opa heeft nogal eens de gewoonte mij over m'n kop te aaien. En dan is ie die paardenvijgen natuurlijk allang weer vergeten.

Na een tijdje zijn we teruggegaan, want hij kreeg moeie voeten.
"Hebben jullie het leuk gehad?" vroeg mijn oma.
"Ja, hoor, gaat wel..." zei ik toen maar een beetje vaag.
"Ik kan wel merken dat jullie lekker buiten zijn geweest. Jullie ruiken helemaal naar de natuur!"
Achter haar rug stond mijn opa een beetje komische bekken tegen me te trekken. "Ja, lekker fris hè?"
"Er staat nog wat appeltaart van je," zei m'n moeder tegen opa.
"O ja." En dan propt ie gatverdamme dus rustig met z'n gore handen dat stuk taart naarbinnen. Daar zit ie totáál niet mee.